Preventie
“Als we Walters verhaal aan jonge mensen kunnen vertellen, als we een beeld kunnen schetsen van hoe hij vroeger rookte, dronk en van ’t leven genoot om dan te laten zien waar hij nu staat, dan gaan die jongeren zich misschien toch afvragen of die sigaret het alemaal wel waard is”, vertelt Carla Vandeputte. “Mochten we erin slagen om een van hen de loodzware beproeving die Walter heeft doorstaan te besparen, ik zou een gelukkig mens zijn.”
Een van de belangrijke doelstelling van dit fonds is dan ook om aan preventie te doen. En dat kan, want voor hoofd- en halskanker zijn er wel degelijk risicofactoren bekend. Het is onomstotelijk bewezen dat voor de meeste subtypes roken en drinken risicofactoren zijn. Doe je een van beide geruime tijd, dan onstaat er chronische irritatie van de slijmvliezen en verhoogt de kans op hoofd- en halskanker aanzienlijk. Doe je beide tegelijk dan wordt het risico ten opzicht van iemand die niet rookt en drinkt zelfs tot 40 keer groter. Niet roken en alcoholverbruik matigen is dus de boodschap.
Wat ook helpt, is zorgen voor een goede mondhygiëne, gezond eten en voldoende bewegen, je niet blootstellen aan houtstof, fijn stof, asbest of teveel zon.
Tot slot is het aangewezen je te laten vaccineren tegen het humaan papillomvirus. De laatste tien jaar kwamen oncologen erachter dat ongeveer een derde van de orofarynx-kankers (link?) ontstaat door ditzelfde virus dat de kans op baarmoederkanker verhoogt. Het verschil is natuurlijk dat artsen in de baarmoeder een uitstrijkje kunnen nemen. In de keel kan dat niet. Het stemt wel hoopvol dat jongeren nu op grote schaal tegen het HPV-virus worden gevaccineerd en dat tumoren veroorzaakt door HPV vaak beter te genezen zijn dan die veroorzaakt door roken en/of drinken.
“Mijn patiënten zijn me vaak heel dankbaar, terwijl het mij veel voldoening geeft dat ik hen kan helpen. En toch zou ik liever hebben dat ik dat niet moest doen, dat het aantal nieuwe diagnose met hoofd- en halskanker afneemt. Daarom is het zo essentieel om aan preventie te doen en zeker jonge mensen te waarschuwen voor de risicofactoren.”